Eindtermen:
Literatuur:
Docent:
Een veel gestelde vraag, waarop een scala aan antwoorden mogelijk is, variërend van: ‘dat kun je niet uitleggen, dat moet je ervaren’ tot en met lijvige theoretische beschouwingen. Frans Veldman (de grondlegger van de haptonomie) stelt, dat haptonomie de “wetenschap van de tast” is.
Ik gebruik liever een meer ‘praktisch’ gerichte omschrijving: Haptonomie gaat over voelen en gevoelens in al haar gelaagdheden in het leven van alledag. We onderzoeken deze gelaagdheden door stil te staan bij wat je voelt en hoe je je voelt, door te reflecteren op hoe je met gevoelens omgaat (of om wilt gaan), door er mee te oefenen en je gewaar te worden wat dat betekent voor je welbevinden. Een aantal gelaagdheden in voelen zijn: tasten, voelen van fysieke gewaarwordingen, de beleving, gevoelens, emoties.
Maar, welke versie je ook hoort, één ding staat centraal: in de haptonomie gaat het over voelen, in diverse nuanceringen en verdiepingen.
Tasten
Om te communiceren met je omgeving maak je gebruik van je zintuigen: je ogen, oren, neus, je mond en je tastzin. De zintuigen ontvangen indrukken uit de wereld om je heen. Op basis van deze informatie beweeg je, maak je keuzes, handel je. In de rij van zintuigen neemt de tast een speciale plaats in: oog en oor zijn zintuigen die vooral ver weg informatie halen. Mond en neus zijn meer gericht op signalen dicht bij je. De tast is uitgebreider en complexer. Anders dan bij de overige zintuigen, kun je met je tastzin waarnemen naar binnen én naar buiten.
Het tastend vermogen
Tast vertegenwoordigt ook een vermogen van de mens. Je kunt je tast beperken tot aan je huid, de grens tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ jou. Je hebt echter ook het vermogen om de tast uit te breiden naar de wereld om je heen. In spreektaal zeggen we dan dat je ‘gevoel hebt’ voor de dingen die je hanteert. Je kunt met meer of minder gevoel voor de kraan deze opendraaien. Of met meer of minder gevoel een auto besturen, gereedschap hanteren, met andere mensen omgaan, met ze dansen etc. Dit meer of minder is zichtbaar en voelbaar in hoe bewegingen verlopen: hoe soepel dit verloopt of hoeveel kracht het kost. Met het meer of minder bewust zijn van dit vermogen en de mate waarin je dit ook in kunt zetten, heb je invloed op hoe je een situatie ervaart.
Voelen
We hebben naast onze zintuiglijke indrukken ook een gevoel van ‘beleving’. Dat is de laag waarover we het hebben als we over voelen spreken. Anders gezegd; welke betekenis heeft iets voor je. Je kunt bijvoorbeeld een gevoel van ‘behagen’ of ‘onbehagen’ ervaren. Dat wordt zichtbaar en voelbaar in een beweging: heel basaal reageer je door ergens naar toe te bewegen of ervan af. Eigenlijk zeg je met je lichaam gewoon ergens “ja” of “nee” ergens tegen. Vaak zijn we dit niet echt bewust. Voelen is niet alleen de onderlaag bij tasten, maar ook bij horen, zien, ruiken en proeven, kortom een onderlaag bij alle andere zintuigen.
Jij geeft zelf betekenis aan datgene wat je beleeft en de prikkels die je ervaart, doordat je bent die je bent (geworden).
De betekenisverlening wordt door een aantal factoren bepaald, zoals: persoonlijkheidskenmerken, je persoonlijke geschiedenis, culturele en maatschappelijke factoren, de tijd waarin je leeft, de mate waarin je geneigd bent voor een meer actieve of passieve opstelling in een situatie te kiezen, meer vanuit isolatie of meer vanuit verbondenheid.
De ‘ja’ of ‘nee’ beweging die je maakt op basis van wat je buiten jezelf voelt, hoort, proeft, is individueel gebonden, omdat ieder mens een eigen referentiekader heeft.
Zo kan het je in een volle discotheek gebeuren, dat iemand een zweetlucht om zich heen heeft hangen. Dit geeft een beweging: óf naar die persoon toe (lekker) of ervan af (jakkes). Deze beweging en deze waardering kun je registreren bij jezelf. Je kunt aan die gevoelens ook voorbijgaan en gelukkig maar. Want stel je voor dat je bij alles wat er gebeurt om je heen, je jezelf bewust bent van de gevoelens die dat oproept. Wat wel belangrijk is, is dat het bewustzijn van gevoelens en de daarmee gepaard gaande bewegingen je meer keuzemogelijkheden geeft. Om bij het voorbeeld te blijven: als iemand stinkt en je vindt diegene ook aardig, kun je ervoor kiezen om, ondanks de zweetlucht en jouw achteruit bewegen te blijven staan. Er zijn dan meerdere opties: je kunt deodorant aanbieden, je kunt er wat van zeggen, een wasknijper op je neus zetten.
Emoties zijn ín mensen en niet tússen mensen. We zeggen vaak: jíj maakt me kwaad. Duidelijker zou zijn: jij maakt míj kwaad. Wat jou kwaad maakt, daar zou een ander wel eens van kunnen genieten. Emoties zijn de motoren van ons bestaan. Moet je je voorstellen als je ze niet zou hebben, dan zou alles even vlak en betekenisloos zijn. Als je niet blij, bedroefd of kwaad zou zijn bij tijd en wijle, waarop moet je dan je keuzes baseren? Waarom ga je dan naar een bepaalde film, of leef je samen met iemand die er dan (toevallig) is? Juist op basis van die emoties bepaal je de weg die je gaat, ga je ergens heen of neem je afscheid, kies je voor de ene sport of de andere.
Door verschillende auteurs worden diverse aantallen en soorten basisemoties aangegeven. Wij gaan ervan uit dat alle gevoelens die mensen hebben te herleiden zijn tot vier basis emoties: boosheid, blijheid, verdriet en angst. Door combinaties van deze vier ‘basisemoties’ ontstaan er talloze afgeleide emoties.
Kwaliteiten van emoties
Emoties zijn receptoren: je emotie vertelt je iets over buiten. Je kunt dit zien als een signaalfunctie: of je datgene wat op je wegkomt ervaart als ‘goed’ voor jou, of als ‘niet goed’. Daarnaast vertellen emoties je vaak iets over jezelf, jouw eigen unieke manier van omgaan met die buitenwereld. Emoties hebben een ladingskant: omdat je verdrietig bent, kun je huilen, omdat je bang bent, ga je trillen: daarmee ontlaad je. Maar, je kunt je zelf ook opladen: als je boos bent, word je meer geladen, neemt je spanning toe en kun je makkelijker in beweging komen. Emoties zorgen daarmee voor het reguleren van je spanningsbalans.
Verschillende emoties roepen een verschillende beweging in je op. Ze gaan om te beginnen met lichamelijke sensaties gepaard. Je voelt iets anders in je lijf wanneer je kwaad bent, of wanneer je verdrietig bent. ‘Een brok in je keel, lichtvoetig zijn, zwaar van verdriet, je haren gaan overeind staan, knoop in je maag’ zijn uitdrukkingen die we allemaal verstaan en die blijk geven van die lichamelijke belevingscomponent.
Als je verdrietig bent, loop je niet zo hard, je bent eerder remmend, zwaar, naar beneden gericht. Als je blij bent is de wereld al gauw te klein, ruime bewegingen, veel omhoog gericht, licht. Als je bang bent ga je in de verstijving, in de achteruit, krampachtig, klein, je wordt alert en je krijgt een grote reactiesnelheid. Als je kwaad bent, richt je je op, groot, naar voren, erop af.
Wat betekent nu deze visie op tasten, voelen, gevoelens en bewegen?
Met de gevoelsmatige onderstroom in het leven.
De kracht van de haptonomie is dat die niet alleen verbaal en cognitief gekend wordt, maar vooral tastbaar gemaakt in aanraken, houding en beweging.
Tijdens de BodyMind Coach opleiding onderzoeken we jouw voelende vermogen door verschillende praktische oefeningen die een beeld geven van jouw kwaliteiten van jouw houding, beweging en aanraking.
Gebruikte literatuur:
Titel : Over kleine dingen, Inleiding in de Haptonomie
Aut. : T.A.C.M. Gerritsen
Uitg. : Reed busines information
ISBN : 9035222105
Titel : Verkenningen in de haptonomie (niet meer nieuw leverbaar)
Aut. : W. Pollmann-Wardenier e.a.
Uitg. : Bruna, Utrecht, 1986
ISBN : 9022954579
Titel : Haptotherapie – praktijk en theorie
Aut. : E. Plooij
Uitg. : Harcourt Book Publishers
ISBN : 9026517629