Les 1
Ademen
Elk leven begint met een inademing en eindigt met een uitademing. Daar is geen uitzondering op; elk leven eindigt met een zucht, uitademing. Ademen is zo basaal verbonden met het leven dat je ademhaling ook iets over je zegt. Adem je diep of zit je ademhaling hoog? En in welke situaties verandert dit? Krijg je bijvoorbeeld nog wat adem binnen als je voor 1000 man met een microfoon voor je neus staat?
Als massagetherapeut heb ik heel veel mensen gemasseerd waarbij het echt een klus was om enige ademhaling in het lichaam te zien. Zo oppervlakkig dat er niets beweegt. En als je dan vraagt om dieper te gaan ademen dan halen ze bijna overdreven een paar keer diep adem en vallen daarna weer terug in hun oude patroon. Het leek me interessant om deze mensen bewust te maken van hun ademhaling. Ik denk namelijk dat als je focust op je eigen ademhaling je direct bewuster wordt van je zelf, je lichaam en het ‘nu’.
De sessie ‘Ademen’ van de Mindfulness Massage is hier een antwoord op. Samen met een geleide meditatie wordt je als cliënt uitgenodigd om volledig te focussen op je in- en uitademing. Het resultaat is een verademing 😉 Een diepe rust ontstaat als je zo dicht met je bewustzijn bij je ademhaling komt. Je hele lichaam ervaart de vloeiende beweging van je ademhaling.
Elk leven begint met een inademing en eindigt met een uitademing. Hoe meer ik met lichaam- en ademwerk bezig ben, hoe meer ik me realiseer dat elke ademcyclus een weergave is van actie en ontspanning, het para- en het sympatische. Om in te ademen heb je inspanning nodig. Je longen moeten uitdijen, je diafragma gaat naar beneden en je organen worden iets weggedrukt. Velen van ons gebruiken bij een inademing nog extra zogenaamde hulpademhalingsspieren.
De uitademing gaat, bij een goede gezondheid, zonder enige inspanning; alles flubbert ineen als een leeglopende ballon. Die continue beweging van de ademhaling zorgt dus voor een onbewust herhalende actie en ontspanning.
Voordat we het boek uitbrachten hebben Lizet en ik veel geoefend met de massages en bij het uittesten van de Mindfulness Massagesessie ‘Ademen’ ontdekten we dat er een subtiel en soms zelf heel duidelijk verschil voelbaar is of je een techniek op de inademing doet of op een uitademing. Of je een techniek doet bij een actief lichaam of een passief lichaam. Het is interessant om hier als masseur mee te werken.
Elk leven begint met een inademing en eindigt met een uitademing. Ademen doen we zonder erbij na te denken. Jaar in en jaar uit. Toch kan het heel bijzonder zijn om af en toe heel bewust op je ademhaling te concentreren. Dan kan een simpel iets als een inademing voelen als het drinken van een heerlijke champagne. Dan kun je ervaren hoe ontzettend prettig het is om te kunnen ademen. Jaar in en jaar uit.
De massage
Belangrijk uitgangspunten van deze massage:
De massage werkt op het ademhalingsritme van de cliënt. Als de cliënt hierdoor gespannen wordt laat je dit los. Als de cliënt vrij snel ademt verleng je de handelingen over twee of meer ademhalingen. Gebruik altijd het begin van de inademing als start van je massage handeling.
Start
De cliënt ligt op de rug. Ga bij het voeteneind staan en:
- Laat je cliënt 10 x in- en uitademen.
- Adem mee met je cliënt.
Begeleid dit met de volgende meditatie:
“Voel je lichaam op de tafel liggen…ga met je aandacht naar je ademhaling…voel de adem je lichaam ingaan, richting je longen…en voel je de lucht zonder enige moeite weer uit je lichaam erdwijnen….je lichaam beweegt rustig mee met het ritme van je ademhaling…in en uit….heel subtiel beweegt je hele lichaam mee met deze deinende beweging…blijf deze massage bewust van je ademhaling…in en uit…en als je afdwaalt kom je weer terug bij je ademhaling…Voel je voet op de tafel..het contact met je hak en de tafel….voel je voetzool…je grote teen..en de tenen ernaast..je andere voet…de hak…de voet.. je tenen.. Voel ook je andere voet op de tafel..het contact met je hak en de tafel….voel je voetzool…je grote teen..en de tenen ernaast..je andere voet…de hak…de voet.. je tenen.”
Trek op de inademing de benen naar je toe. Laat weer los op de uitademing. Herhaal enkele malen.
Zet je duimen net onder de bal van de voet en geef druk op de uitademing
Rek en strek de voetzool door de tenen en de hak op te rekken.
Strijk met je handen/onderarm op de inademing van de knie naar de enkel over de bovenkant van het been en op de uitademing terug via de onderkant van het been.
Strijk vervolgens tegelijkertijd met de ene hand naar boven en de andere naar beneden in een vloeiende beweging.
Strijk met je hand op een uitademing schoksgewijs richting de romp en op de inademing terug naar de knie. Herhaal enkele malen.
Doe hetzelfde met de/het andere voet, onder- en bovenbeen.
Zet beide handen op de zijkant van het bekken en schud op de uitademing heen en weer zodat de romp wiegt. Herhaal enkele malen.
Leg de handen van je cliënt op de onderbuik en hou ze een aantal ademhalingen vast.
Geef vervolgens druk op de uitademing en bouw de druk elke uitademing op.
Haal bij elke inademing alle druk van de buik af.
Pak eerst één hand van de client en ‘neem deze mee’ naar boven het hoofd. Pak rustig de andere hand en breng die ook naar boven het hoofd.
Begin vervolgens heel zacht te rekken op de inademing en laat los op de uitademing. Maak de rekking groter en groter en voeg wiegen op de uitademing toe.
Strijk met olie op de inademing van de romp naar de hand en op de uitademing weer terug.Vouw de handpalm en de vingers goed open op de inademing.
Vouw de handpalm en de vingers goed open op de inademing en dicht op de uitademing.
Pak het hoofd heel rustig op en rek op de uitademing de nek. Herhaal. Bouw het rustig op. Uiteindelijk kun je op de uitademing druk richting de romp geven.
Leg rustig het hoodf opzij en strijk met je platte hand over de sternocleidomastoideus (nekspier aan de voorkant). Strijk van de romp af op de inademing en terug op de uitademing.
Let goed op dat je niet met je vingers teveel naar het midden gaat waar luchtpijp en gevoelige zenuwen en aders zitten.
Geef druk op het (voor)hoofd met je platte handen op de uitademing en vouw je handen open op de inademing.
Zet je vingertoppen van één hand plat op het midden van het voorhoofd net boven de wenkbrauwen. Maak rondjes met de vingers waarbij je de huid meeneemt op de inademing en strijk af over de kruin op de uitademing.*
*hierbij gaan we dus in tegen het vaste idee waarbij we altijd afstrijken op de inademing.
Vouw je handen in het haar (indien aanwezig) en plaats ze plat op de bovenkant van het hoofd. Geef druk op de schedel op de uitademing en haal ze van de schedel af op de inademing waarbij je het haar meetrekt en zo de hoofdhuid iets losmaakt van de schedel.
Zet je handen op het midden van de rug (Th 12). Strijk met beide handen op de inademing naar de ene schouderkop. Strijk op de uitademing weer terug. Strijk vervolgens naar de andere schouder en herhaal deze massagetechniek.
Strijk met vlakke handen over de rug van het midden met de ene hand naar de schouderkop en de andere hand naar de bekkenrand. Strijk weer terug op de uitademing en herhaal naar de andere schouderkop en bekkenrand.
Zet je vlakke handen tegen elkaar en strijk op de inademing je handen uit elkaar. Strijk daarbij over de huid maar strek de huid ook enigszins mee. Verplaats je handen over de hele rug.
Leg je vingers plat op de rug naast de wervel en maak op de inademing een cirkel. Op de uitademing draai je weer terug. Herhaal en ga zo langzaam richting de onderrug.
Leg je vlakke handen op het midden van de rug. Strijk op de inademing naar buiten (de flanken) en op de uitademing weer terug.
Strijk over de achterkant van de bovenbenen volgens de ademcyclus richting de voeten en terug.
Strijk met je handen over over het onderbeen volgens de ademhalingsscylus.
Zet je duimen weer op de plexus solaris (punt net onder de bal van de voet en geef druk op de uitademing (zoals aan het begin van de massage).
De volledige cyclus achter elkaar
