Over de schrijver Cheryl Burleson zit in het laatste jaar van de opleiding massagetherapeut. Vanuit haar persoonlijke ervaring heeft ze gekozen om te onderzoeken of en zo ja welk effect massagetherapie heeft op verpleegkundigen op de intensive care afdeling.
Ziekenhuis In 2019 was ik na een acute opname een aantal weken te gast in het ziekenhuis. Wat mij tijdens mijn verblijf opviel was dat de verpleegkundigen nauwelijks tijd hadden om hun taken uit te voeren, laat staan een (kort) gesprek te voeren met hun patiënten. Zo waren ze bijvoorbeeld bezig met het toedienen van medicatie, het controleren van een wond of het verschonen van verband om onderbroken te worden door een telefoon, pieper of een collega die voor hun neus stond, omdat ze ergens anders moesten bijspringen. Om maar te zwijgen over de administratieve handelingen die ook nog gedaan moesten worden. Waar mogelijk heb ik met de diverse verpleegkundigen die mij kwamen verzorgen, gesprekken gehad over hun werkdruk, en wat ik dus waarnam was enkel het tipje van de sluier. Echt tijd voor contact met hun patiënten hadden ze niet; er was geen tijd voor de mens achter de patiënt, en dat misten ze.
Verpleegkundigen
Ditzelfde beeld zag ik toen mijn broer plotseling op de intensive care belandde, bij mijn moeder vorig jaar in het verpleegtehuis en weer toen ik in november op de eerste hulp mocht inchecken en in januari van dit jaar geopereerd werd. Ook de verhalen van mijn beste vriendin die in de zorg werkt, vertellen hetzelfde verhaal. De werkdruk voor verpleegkundigen was al enorm voor de corona pandemie, en is alleen maar erger geworden. Het onderwerp is dus zeer actueel. Als massagetherapeut kan ik een bijdrage leveren om de stress bij verpleegkundigen te helpen verlagen. Ik wil dit graag doen, al was het enkel omdat ik elke keer dat ik te gast was een hele goede verzorging heb mogen ontvangen.
Achtergrond en methode Personeel is de meest waardevolle activa van elke organisatie. Eén van de factoren die van invloed zijn op de prestaties in organisaties is werkstress. Werkstress veroorzaakt een breed scala aan problemen, zoals psychische klachten, ziekteverzuim, vermindert werkplezier, lagere productiviteit en lichamelijke klachten. Stress vermindert de productiviteit van een werknemer, verhoogt het ziekteverzuim, kost de werkgever en de samenleving veel geld; het is dus een kostbaar probleem. Uit verschillende studies is gebleken dat een derde van beroepsbevolking in ontwikkelde landen te maken heeft met werkstress en dat dit aantal hoger is in ontwikkelingslanden. Het percentage van werknemers met werkstress is hoger in de gezondheidszorg in vergelijking met andere beroepsgroepen. Het beroep van verpleegkundige is het meest stressvolle beroep in de gezondheidszorg.
Hoge werkstress
Verschillende studies naar het effect van stress op de gezondheid van verpleegkundigen. In deze studies worden onder meer de volgende factoren genoemd als oorzaak van de hoge werkstress onder deze bevolkingsgroep: onvermogen om taken uit te voeren, toename van foutenpercentage, vermindering van de kwaliteit van verpleegkundige zorg, ontevredenheid over het werk en het verlaten van het beroep. De zware werkdruk verhoogt het stressniveau en kan leiden onder andere leiden tot burn-out, ontevredenheid over het werk en psychosomatische klachten en het leven en de veiligheid van patiënten in gevaar brengen. Naar schatting is 1 op de 5 verpleegkundigen van plan hun baan op te zeggen binnen 5 jaar als gevolg van de hoge werkstress.
Verenigde Naties
De Verenigde Naties beschouwt werkstress als een moderne ziekte van de eeuw en een grote bedreiging voor de gezondheid, en de Wereldgezondheidsorganisatie heeft het uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. Een klinische studie om het effect van massagetherapie op verpleegkundigen te bepalen werd uitgevoerd bij 66 mannelijke en vrouwelijke verpleegkundigen die in 2013 op intensive care-afdelingen (dialyse, ic en CCU) van de Isfahan University of Medical Sciences in Iran werkten.
Intensive Care
Vanwege de stressvolle omgeving vanwege de complexiteit en het dynamische karakter is er gekozen voor verpleegkundigen op intensive care-afdelingen. Stressoren zijn onder andere de werkrelatie tussen de verpleegkundigen en andere teamleden in de gezondheidszorg, communicatie en gesprekken met de patiënt, de hoge kennis en vaardigheden die nodig zijn om op een intensive care-afdeling te werken, de hoge werkdruk, de noodzaak om snel te reageren op situaties en de zware verantwoordelijkheid die voortvloeit uit de zorg voor de patiënten. Ook zijn andere bronnen van stress zoals management- of leiderschapsstijl, professionele conflicten en emotionele bagage ook van invloed.
Wegens de aard van hun beroep worden verpleegkundigen op intensive care-afdelingen stelselmatig blootgesteld aan een zeer hoge werkdruk. Het handhaven van een gezond verplegend personeel, in de eerste plaats als mensen en ten tweede als individuen die de gezondheid en welzijn van anderen in de samenleving bewaken, is van groot belang voor ons allemaal. De onderzoeker van deze studie hoopt stappen gezet te hebben om de stress van verpleegkundigen te verminderen, hun productiviteit te verhogen, het behoud van verpleegkundig personeel en de kwaliteit van de zorg van patiënten op intensive care afdelingen te verbeteren. Deelnemers werden willekeurig verdeeld in experimentele en controlegroepen. De Occupational Stress Inventory (OSI) (Osipow en Spokane, 1987) werd door de beide groepen voor, onmiddellijk na en 2 weken na de interventie ingevuld. Deelnemers van de experimentele groep ontvingen 2 keer per week gedurende 4 weken een Zweedse massage van 25 minuten.
Massagetherapie om stress te verminderen Massagetherapie is een niet-farmaceutische methode om stress te verminderen. Het heeft gunstige fysiologische effecten zoals verwijding van bloedvaten, verhoogde huidtemperatuur en lichaamsontspanning, verbetering van de lymfe- en veneuze bloedsomloop en stimulatie en genezing van bindweefsel. Ook bevordert massage het psychosociaal welzijn en zorgt het voor stressvermindering, en wordt het vaak gebruikt om angst en pijn te verlichten. Studies tonen aan dat massage op de werkplek een geschikte manier is om stress te verlichten. Zo suggereerde een studie bijvoorbeeld dat medewerkers die gedurende 8 weken 2 keer per week 20 minuten massage kregen, lagere niveaus van angst en slaapstoornissen rapporteerden en de bloeddruk en hartslag van deze medewerkers verlaagden. In een analyse van 37 massagetherapiestudies, waarbij 1802 deelnemers betrokken waren, wan wie 795 massagetherapie kregen en 1007 patiënten niet, werden significante verschillen waargenomen tussen de behandelingsgroepen. Bovendien hadden deelnemers die massage hadden gekregen minder last van angst, een lagere bloeddruk en hartslag. Deze resultaten gaven aan dat massagetherapie een krachtig hulpmiddel kan zijn voor onmiddellijke, effectieve veranderingen in de algemene gezondheid.
Conclusie van de studie Als niet-invasieve en niet-farmaceutische methode kan massagetherapie effectief ingezet worden om het stressniveau van verpleegkundigen op intensive care-afdelingen te verlagen, de geestelijke gezondheid te bevorderen en afname van de kwaliteit van het werk te voorkomen.
Bron Fateme Nazari, Mojtaba Mirzamohamadi, and Hojatollah Yousefi – The effect of massage therapy on occupational stress of Intensive Care Unit nurses Iran J Nurs Midwifery Res. 2015 Jul-Aug; 20(4): 508–515 doi: 10.4103/1735-9066.161001
Astrid de Mooij is student van de opleiding Massagetherapeut en schreef een uitgebreid artikel over neuropatische pijn en massage. Neuropathische pijn is een vervelende aandoening die geregeld voorkomt. Veel mensen die aan neuropatische pijn lijden hebben vaak een lang traject van zorgverlening geraadpleegd zonder succes. In dit artikel lees je onder andere wat je als massagetherapeut kunt doen met deze aandoening.
Neuropatische pijn (NPP) is zenuwpijn die chronisch wordt als je langer dan 3 maanden dezelfde klacht hebt. Je hoort vaak van mensen met chronische pijn dat ze ermee moeten leren leven of dat het tussen de oren zit wat weer veel opstand en boosheid geeft. Wist je dat zeker 20% van de mensen van 18 jaar en ouder last heeft van chronische pijn. En vaak is de pijnschaal van 0 (geen pijn) tot 10 (ernstige pijn) 8 of hoger (Visual Analogue Scale VAS). Zeker 60% ondervindt dagelijks beperking door deze last.
Nu is er ook nog onderscheid te maken tussen acute pijn en chronische pijn. Acute pijn heeft een reversibele oorzaak. Wanneer je bijvoorbeeld je been gebroken hebt, wordt deze in het gips gezet, en na een tijd rust en oefeningen kan het been weer functioneren. Bij chronische pijn is het een ander verhaal.
Chronische pijn is door de continue pijnstimulus onder te verdelen in nociceptieve pijn (weefselpijn), neuropatische pijn (zenuwpijn), pijn van psychologische oorsprong en een combinatie van deze drie (mengpijn). De definitie volgens de International Association for the Study of Pain (IASP):
Pijn is een onaangename sensorische en/of emotionele ervaring die al dan niet verband houdt met actuele of potentiële weefselbeschadiging, of wordt beschreven in termen van een dergelijke beschadiging.
Of het nu acute of chronische pijn is, pijn is altijd subjectief en wordt door iedereen anders ervaren.
Meer onderwijs in pijn.
In november 2010 heeft prof. Dr. Frank Huygen, anesthesioloog en pijnspecialist in het Erasmus MC, de Regieraad Kwaliteit van Zorg, om een forum verzocht. Dit omdat chronische pijn in vergelijking met andere chronische aandoeningen veel vaker voor komt. Het kost de patiënt veel kwaliteit van leven en de maatschappij veel geld. Pas 10 jaar terug is hierover gesproken. Chronische pijn is heel lang niet serieus genomen en wordt door de International Classification of Diseases (ICD) niet erkent als ziekte. Hierdoor is deze pijn eigenlijk altijd onderschat geweest. In Nederland wordt zelfs gedurende de gehele verpleegkundige opleiding slechts 0-15 uur in pijn onderwezen. Je begrijpt dat er nog steeds onvoldoende kennis is over chronische pijn en over de behandeling hiervoor. Mensen komen gemiddeld bij 6 verschillende behandelaars. Deze nemen soms door deze onwetendheid de verkeerde stappen, waardoor het herstel van de pijn uitgesteld wordt of zelfs niet meer mogelijk is.
Hoe ontstaat neuropatische pijn.
NPP is een aandoening aan de perifere zenuwen die verbindingen vanuit het centraal zenuwstelsel leggen van en naar de organen en weefsels. Dus verantwoordelijk voor het gevoel (sensibel) en beweging (motorisch) welke overal in het lichaam zitten. Het perifere zenuwstelsel ligt buiten het centraal zenuwstelsel, welke bestaat uit de grote hersenen, kleine hersenen en het ruggenmerg.
De zenuwen in ons lichaam geven prikkels door aan de voorste kwab in onze hersenen waardoor we bijvoorbeeld kunnen ruiken en zien, maar ook pijn waarnemen. Dit heet het somatosensorisch systeem. Een pijnprikkel betekent eigenlijk gevaar, een waarschuwing dat er iets aan de hand is. Als dit aangetast en/of verstoort is en de pijnprikkel niet acuut (tijdelijk) is, noemen wij dit neuropathie. Afhankelijk van de aard van de aangedane zenuw kan neuropathie het bewegen, de waarneming of de autonome functies (onwillekeurig, dus bijvoorbeeld de beheersing van een orgaan zoals de blaas) verstoren.
De pijninformatie (de prikkel) wordt via de zenuwbanen doorgegeven aan het ruggenmerg en tenslotte aan de hersenen. De hersenen verwerken de lichamelijke informatie en nemen de prikkel waar en reageren hierop. Dit kan met reflexen, maar ook met onder andere tintelingen. En aangezien de hersenen tussen de oren zitten, zit pijn inderdaad ook tussen de oren. Alleen niet op een vrijwillige basis. Er is ook vaak door onvoldoende informatie de angst dat mensen denken dat je de pijn verzonnen hebt. Maar er wordt pijn ervaren, dus de pijn is er! Doordat de nociceptoren uitgeput raken, wordt de pijnprikkel niet meer gefilterd en voel je daadwerkelijk pijn.
Acute pijn is belangrijk voor het lichaam om ons te waarschuwen dat er iets in ons lichaam niet in orde is. Chronische pijn heeft die functie niet meer, en is ook niet gevaarlijk voor het lichaam, alleen maar heel vervelend.
Lees de rest van dit artikel op de site van Astrid de Mooij, klik hier.
Wat is ME/ CVS?
ME/CVS is een complexe multisysteem-ziekte waarbij sprake is van ontstekingen in de hersenen en het ruggenmerg, die gepaard gaan met spierpijn, ernstige vermoeidheid en overige klachten. Het heeft gevolgen voor het functioneren van de diverse delen van de hersenen en daardoor ook voor andere lichamelijke systemen, zoals het immuunsysteem en het cardiovasculair systeem (hart en bloedcirculatie), de energievoorziening en de hormoonproductie. ME & CVS zijn twee namen die worden gebruikt voor een diverse patiëntengroep met grotendeels dezelfde klachten. Al jaren is er discussie over of deze twee groepen aan dezelfde ziekte lijden. Bij onderzoek zit dat vanzelfsprekend in de weg. Hierover later meer.
ME staat voor Myalgische Encefalomyelitis, wat zoveel betekent als met spierpijn gepaard gaande ontstekingen van ruggenmerg en/of hersenen. CVS is kort voor Chronisch Vermoeidheid Syndroom. Over deze naam is de laatste jaren veel te doen, omdat de naam suggereert dat het alleen of vooral om vermoeidheid zou gaan, wat natuurlijk niet zo is. De vermoeidheid is net als bij de ME een symptoom en niet de ziekte zelf. Er worden allerlei nieuwe suggesties gedaan voor een nieuwe naam, maar daar is nog geen consensus over. De naam die het meest genoemd wordt is Systemic Exertion Intolerance Disease (SEID) die duidelijk een relatie aanduidt tussen de vermoeidheid en activiteit. (zie symptomen en diagnose). Het verschil zit hem volgens het ME/CVS centrum in, dat ME ‘ineens’ en naar aanleiding van een infectie met een virus of infectie, bijvoorbeeld het Epstein-Barrvirus (pfeiffer), wordt getriggerd. Bij patiënten met CVS is het ziektebeeld geleidelijk ontstaan en zonder aanwijsbare oorzaak. Het ziektebeeld, de diagnose en de gevolgen voor de patiënten en hun omgeving zijn hetzelfde en daarom worden ze in 1 adem genoemd als 1 patiëntengroep.
In 1969 heeft de World Health Organization(WHO) ME al opgenomen in de Internationale Classificatie van Ziekten als postvirale hersenaandoening. In Nederland heeft het tot december 2020 (!) geduurd voor het ministerie van VWS ME erkende als bestaande ziekte. Het Zorg Instituut Nederland is dus ook pas dit jaar begonnen aan een nieuwe richtlijn voor de behandeling van ME/CVS. Nederland loopt (samen met Scandinavië) dus ongeveer 50jaar achter op de rest vd wereld.
Symptomen
De symptomen van ME/CVS zijn onder andere:
Ernstige vermoeidheid
Spierzwakte en spierpijn
Moeite met aandacht en concentratie (mist ih hoofd)
Keelpijn (vaak opgezette lymfeklieren id keel)
Hoofdpijn, duizeligheid
Vaak laag-normale B12-waardes
Slechte weerstand
Diverse ontstekingen
Overgevoeligheid voor licht & geluid
Inspanningsintolerantie/ PEM – Post Exertionele Malaise
Orthostatische Intolerantie
Niet-verkwikkende slaap
Lage Hartslag variabiliteit
De meeste symptomen hierboven spreken voor zich. De vetgedrukte symptomen verdienen echter misschien wat meer toelichting.
Post Exertionele Malaise of PEM, betekent dat een kleine inspanning, een buitenproportionele verergering van de klachten teweegbrengt. Een wandelingetje naar de supermarkt met als plan om daarna met een vriendin samen te koken, kan in de war geschopt worden door een kleine wegopbreking, waardoor de route ineens 500m langer is. Het effect van die extra (kleine) activiteit kan een ‘PEM’ triggeren, wat betekent dat de symptomen ineens drastisch verergeren en de patiënt de rest van die dag en de dag erna misschien met pijn op bed moet liggen en geen licht en geluid meer verdraagt. Gezellig samen koken, gaat dan dus ineens écht niet meer. En even ‘een nachtje goed slapen’ helpt dan niet.
Orthostatische Intolerantie betekent dat de patiënt klachten ervaart bij het rechtop staan, die verdwijnen zodra hij gaat liggen. De patiënt kan licht in het hoofd worden, misselijk, buikpijn krijgen of ineens overvallen worden door ernstige moeheid.
Ernst
De ziekte is er niet echt in verschillende soorten, maar de ernst van de ziekte varieert wel heel sterk. Sommige mensen, zoals ik, kunnen naar verloop van tijd, door aanpassingen in leef-ritme en voeding etcetera, redelijk goed functioneren en parttime werken of studeren. Maar zij die het in ernstige vorm hebben, kunnen niet lopen of praten en/of ze zijn zo gevoelig voor licht en geluid dat ze met een noise canceling koptelefoon, oordoppen en oogmasker op in een donkere kamer in bed liggen en 24/7 verzorging nodig hebben. Deze patiënten zie je dus NOOIT buiten. Realiseer je dat je een patiënt met ME/CVS altijd op 1 van de betere dagen ziet. Op een slechte dag zal naar school of werk gaan, ook bij milde ME, niet lukken. Daarmee is het een érnstig invaliderende en isolerende ziekte.
Diagnose
The Institute Of Medicine in de VS heeft in 2015 een lijst met diagnosecriteria samengesteld, die wereldwijd steeds meer gebruikt wordt om de diagnose te stellen. De belangrijkste daarvan zijn:
Een significante daling van het algemene functioneren van de patiënt, die gepaard gaat met ernstige vermoeidheid. Deze vermoeidheid mag niet al levenslang aanwezig zijn in de patiënt en mag niet veroorzaakt worden door voortdurende excessieve inspanningen;
Post-exertionele malaise (PEM) of inspanningsintolerantie;
Een niet verkwikkende slaap. Ook na een langdurige nachtrust voelt de patiënt zich niet uitgerust;
Vermindering van het cognitieve functionerenen/of orthostatische intolerantie;
De verschijnselen houden tenminste zes maanden aan.
Omdat de diagnose nog niet door middel van een bloedtest of scan aan te tonen is, kampen veel patiënten met ongeloof in hun omgeving. Ook van hun partner of familie en vrienden. Dat is een extra stressor wat de klachten aanzienlijk kan verergeren.
Oorzaken
De onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan wijzen vooral op een overactief immuunsysteem als gevolg van het niet herstellen van besmettingen met virussen of bacteriën, zoals bijvoorbeeld met het Epstein-Barrvirus, het Enterovirus, Humaan herpesvirus Cytomegalovirus30, Parvovirus B. Vooralsnog is niet 1 virus of bacterie bij alle ME-patiënten terug te vinden.
LONG-Covid
Bij de LONG-Covid patiënten waar we nu veel over horen, hebben we het overduidelijk over het niet herstellen van een besmetting met het Covid-19 virus én over dezelfde klachten, inclusief de PEM, waarbij de klachten dus exponentieel verergeren zodra ze iets ‘teveel’ gedaan hebben. Recente onderzoeken bevestigen het verband tussen COVID en dysautonomie (ontregelingen van het autonome zenuwstelsel), waarmee de link tussen ME/CVS en Long Covid aangetoond is. Het is heel natuurlijk heel vervelend dat de patiëntengroep daardoor zo ontzettend groeit, maar het kan het onderzoek naar behandelingen en genezing misschien wel helpen bespoedigen.ONG
“De LONG-Covid patiënten waar we nu veel over horen, hebben voor een groot deel dezelfde klachten.”
Onderzoeken
In de Internationale Concensus Criteria wordt gesproken over de verwarring omtrent het door elkaar gebruiken van ME en CVS en het onder 1 noemer plaatsen van zo’n grote diversiteit aan patiënten. De klachten van CVS-patiënten kunnen namelijk ook te wijten zijn aan depressies of andere (eveneens serieuze) aandoeningen. Het onder dezelfde paraplu scharen van deze patiënten leidt tot te veel onduidelijkheid en komt onderzoek naar en behandeling van ME daardoor niet ten goede.
Neuro-inflammatie
Dit gezegd hebbende, blijkt uit de onderzoeken die de afgelopen decennia voornamelijk in de VS en Japan zijn gedaan, dat neuro-inflammatie waarschijnlijk aanwezig is bij alle ME/CVS-patiënten.
Pas sinds kort is de ontwikkeling van de technologie zo ver dat de lagere niveaus van neuro-inflammatie gemeten kunnen worden. De Japanners waren de eersten die een poging deden (en slaagden) in 2013. Het was een kleine studie, maar ze wisten zelfs de inflammatie van de verschillende hersengebieden te linken aan specifieke klachten. “inflammatie in de thalamus stond in verband met cognitieve stoornis, vermoeidheid en pijn. inflammatie in de amygdala stond in verband met cognitieve problemen. inflammatie van de hippocampus stond in verband met depressie.” In 2019 hebben ze meerdere onderzoeken en papers gepubliceerd hierover, maar helaas enkel in het Japans. De volledige onderzoeken zijn nog niet vertaald in een taal die ik machtig ben.
Lactaat Wat verder écht opvallend en interessant is, is dat ze naast de verhoogde temperatuur ook lactaat aantroffen in de hersenen. Lactaat is het zuurrest van melkzuur en het eindproduct uit het glucosemetabolisme onder zuurstofarme omstandigheden (anaerobe glycolyse) en levert energie aan skeletspieren tijdens zware inspanning.
Wat is hier bijzonder aan? Lactaat wordt in hoge concentraties aangetroffen bij patiënten met MS, Parkinson en Alzheimer en wordt verantwoordelijk geacht voor de onherstelbare schade in de hersenen van die patiënten, die het ziektebeeld verklaren. De gemeten lactaat-levels bij ME patiënten zijn gelukkig niet zo hoog, maar het lactaat werd wel in de gehele hersenen aangetroffen. Dit zou verklaren dat de symptomen zich in de diverse systemen van het lichaam uiten. De temperatuurstijging en de lactaatstijging lijken hand in hand te gaan. Dit biedt een belangrijk aanknopingspunt voor verder onderzoek. De volgende stap lijkt nu de inflammatie en lactaatwaardes in de hersenen te meten bij ME-patiënten, zowel voor als na inspanning.
Daarnaast zijn er inmiddels talloze onderzoekers die geloven dat ME én Fibromyalgie in gang gezet worden door een hoge mate van immuun activatie, die in de loop van de tijd de microglia in een zodanige mate gevoelig maakt dat ze ontstekingsfactoren beginnen te produceren bij het minste teken van een stressor. Dat kan dus motorische activiteit zijn, stress, of andere passieve input. Dit alles geeft hoop dat er in de komende jaren dan toch echt wat antwoorden gevonden kunnen worden.
Door de erkenning van VWS afgelopen december kan er nu ook eindelijk geld vrijgemaakt worden voor een gedegen onderzoek naar ME in NL. Dit startdatum van dit onderzoek staat gepland in januari 2022 en zal 10 jaar duren. Op 5 juli 2021 werd de uitvoering van het onderzoeksprogramma met de bijbehorende financiering besproken in de vast Kamercommissie VWS.
Behandeling
Omdat de psychologische hoek van de geneeskunde in noordwest Europa de ziekte tot heel recent naar zich toe getrokken heeft, werd de claim dat de ziekte tussen de oren zat hier breed gedragen. Daardoor werden Graded excersize Therapy (GET) en Cognitieve Gedragstherapie (CGT) als de beste behandeling gezien. Sommige cliënten met CVS bleken hier baat bij te hebben, maar ME-patiënten zijn hier tot op heden alleen maar slechter van geworden, wat met het oog op de hierboven genoemde onderzoeken logisch is.
Vooralsnog is ME/CVS een chronische ziekte die kan verbeteren en verslechteren, dus de behandeling van ME-patiënten gaat vooral over het dragelijk maken van symptomen en niet over herstel. Hoe? Door middel van:
Pacing, doseren van energie, rust en activiteit heel precies afwisselen.
Pijnstillende medicatie, ook met bijvoorbeeld microdosing Naltrexone.
Voedingsaanpassingen
Verhoging B12. Bij voorkeur middels voeding of supplementen, anders via injectie.
Massage
Coaching of ACT-achtige therapieën, waarbij het draait om acceptatie van wat ís.
Massagetherapie
Algemeen: Stress is een trigger voor inflammatie, dus alles wat stress (en overbelasting van het systeem) reduceert, is helend en pijnstillend. Maar hou in gedachten dat het losmaken van veel afvalstoffen ook als stress wordt ervaren door het lijf en dus een PEM kan triggeren.
ME-patiënten hebben vaak spierpijn en daarmee ook vaak een hoge spiertonus. Door de pijn spannen spieren zich aan en zetten zich schrap. Verzachting door massage is dan top.
Onderzoekers hebben ontdekt dat massage biochemische sensoren triggert, die signalen naar de spiercellen zenden om ontstekingen tegen te gaan.
Patiënten ervaren in hun omgeving vaak veel onbegrip met betrekking tot hun ziekte, dus echt gezien worden door de massagetherapeut kan al een wereld van verschil maken.
Tip: Muziek kan extra (en teveel) input geven. Vraag of muziek als fijn of extra belastend wordt ervaren.
Mijn link met de ziekte
Zelf heb ik ME sinds 1999, maar diagnose liet 18 jaar op zich wachten. Ik was verhuisd naar een andere stad en begonnen met studeren en was zo verschrikkelijk moe en slap en de hele tijd ziek, opgezette lymfeklieren etcetera. Een jaar later bleek dat ik pfeiffer had gehad, waar ik mee door had gelopen. En het werd niet beter. Dus toen er jaar na jaar niks gevonden werd door huisartsen en internisten, nam ik uiteindelijk genoegen met de boodschap dat het dan dus inderdaad waarschijnlijk tussen mijn oren zat. Ik heb Cognitieve Gedragstherapie gehad, maar dat heeft me helaas alleen maar verder van huis gebracht. Hierdoor vertrouwde ik niet meer op de signalen van mijn lijf en ‘hoorde’/voelde ik de signalen uiteindelijk ook niet meer, waardoor ik uit contact raakte met mijn lijf.
Toen ik in 2017 psychisch echt goed herstelde van mijn burn-out, maar mijn fysieke herstel wederom ernstig achterbleef, begon er bij mijn huidige huisarts een lampje te branden dat er misschien tóch iets meer aan de hand was. Hij verwees me door naar het ME-CVS centrum in Amsterdam voor allerlei testen. Daar bleek ik onder andere Orthostatische Intolerantie te hebben, wat voor ons vak niet per se handig is. Het betekent dat als ik stilsta, dat mijn hart moeite heeft met het goed rondpompen van mijn bloed. Daardoor kan ik misselijk worden en licht in m’n hoofd. Een meer dynamische massagevorm past daarom goed bij me. Dan blijf ik zelf bewegen en pomp ik mijn eigen bloed dus beter rond.
Nu ben ik onder behandeling van een mesologe & orthomoleculair therapeut die me elke 2 maanden doormeet en recentelijk hebben we ook bloed- en fecesonderzoek laten doen. De uitslagen hiervan zijn eenduidig: het Epstein-Barrvirus is nog steeds ‘actief’ in mijn lijf en die heeft mijn lever in de afgelopen 21 jaar flink verzwakt. Deze heeft het daardoor zwaar met het afvoeren van afvalstoffen en het opslaan van B12. Drie jaar geleden was ik alleen actief tussen 8.00 en 12.00/12.30 en lag ik de rest van de dag op bed.
Nu door aanpassingen in mijn voeding en ritme en mijn wekelijkse B12-injectie, kan ik iets meer dan parttime functioneren. Ik ben bezig mijn HBO-diploma voor massagetherapie te halen en heb dus regelmatig een hele dag school. Dat resulteert voor mij in 2 dagen PEM, maar nu ik dat weet en daar rekening mee kan houden, is het leefbaar. Op die manier kan ik uit de frustratie en teleurstelling blijven, dat mijn lijf niet volhoudt om te doen wat ik wil.
Via het ME centrum kreeg ik ook mijn eerste OURA-ring, die ik nu 24/7 draag. Hij geeft me informatie over mijn hartslag, hartslagvariabiliteit, slaapfasen, temperatuur, ademhalingsfrequentie en activiteit. Ik kan daarmee ’s ochtends bijvoorbeeld aflezen dat mijn lijf, ondanks dat ik er op tijd in lag en 8 uur heb geslapen, niet goed is hersteld. Dan pas ik dus de activiteiten van de dag daarop aan. Zo ben ik er ook dankzij de OURA-ring achter gekomen dat haren wassen, me echt veel energie kost, dus dat plan ik nu in. De ring heeft een grote bijdrage gehad in het weer leren lezen van de signalen van mijn lijf en hierdoor heb ik beter leren doseren.
Ik heb de mazzel dat mijn omgeving me (grotendeels) serieus neemt. Ze wéten dat ik me niet aanstel en altijd doe wat ik kan. Ik loop nooit de kantjes eraf. Heb eerder soms enige stimulans nodig om mijn ‘pace’ in de gaten te houden, omdat mijn enthousiasme het dan overneemt. Mijn innerlijke drive is groot. Mijn partner leest me nog steeds beter dan ikzelf en ziet vaak eerder dan ik, dat ik over mijn grens ga en helpt me dan niet te ver te stretchen of even te rusten.
Ik hoop dat ik een beetje helderheid heb kunnen geven omtrent ME/CVS en wil tot slot benadrukken dat ik géén schoolvoorbeeld ben van een ME-patiënt. Ik heb echt een hele milde variant. Gelukkig. Een ernstig zieke ME/CVS-patiënt zie je niet of nauwelijks op straat, op een opleiding of aan het werk.
“Deze foto op de bank heb ik zelf gemaakt tijdens mijn dagelijkse rustuurtjes op de bank. Dit is een standaard Setup met Noise canceling koptelefoon en kat als deken.”
Lichaamsgerichte therapie is al heel erg oud. Hippocrates (460-377 v.Chr) was hier al mee bezig door hand opleggingen. Later werd ook door de romeinen het lichaam en de geest als één gezien. Ook in de Chinese geneeskunde werd gebruik gemaakt van genezing door een holistische benadering. In ontwikkelingslanden wordt er nog steeds veel gebruik gemaakt van traditionele geneeskunde. In het westen valt de holistische benadering, waar ook massagetherapie (MT) onder valt, onder complementaire geneeskunde, waar in Amerika in 2007, 33,9 miljard dollar aan uit is gegeven. Door de grote toename van de vraag naar lichaamsgerichte therapie is er behoefte ontstaan om dit systematisch en wetenschappelijk te onderzoeken. In deze studie wordt wetenschappelijk bewijs geleverd dat lichaamsgerichte therapie een positieve invloed heeft op psychologische aandoeningen en dat daarmee de mentale gezondheid bevorderd wordt.
Doordat het lichaam – en hierdoor ook het somatische functioneren – aangestuurd worden door het centrale zenuwstelsel, ligt hier de basis voor het begrijpen van de ziekte en het behandelen hiervan. In de reguliere geneeskunde wordt na het vaststellen van de aandoening een therapie gekozen. Een psychische aandoening wordt bijvoorbeeld behandeld met psychotherapie. Als er lichamelijk wat aan de hand is dan wordt daar een lichamelijke therapie voor ingezet. Onderzoek in de praktijk naar psychische klachten is door psychologen en psychiaters uitgebreid getest en richt zich op de hersenen/ geest.
Echter zijn de effecten van lichaamsgerichte therapieën op de mentale toestand nog niet uitgebreid bestudeerd. Al is wel bekend dat lichaamsbeweging goed is voor de hersenen, cognitie en stemming. Er is veel geschreven over therapie van psychische stoornissen en deze zijn goed onderbouwd. De literatuur over de invloed van hersenen op de geest is ook goed onderbouwd. De literatuur over de invloed van lichaam gerichte therapie op de hersenen is niet goed uitgezocht. Het belang hiervan wordt in deze tekst benadrukt.
In dit diagram worden de effecten van twee soorten onderzoek vergeleken met elkaar.
Therapie van zowel lichaam als geest.
Indeling van of lichaamsgerichte, of psychologische therapie.
De meeste therapieën gaan er van uit dat de hersenen eenzijdig het lichaam aansturen. Er zijn echter steeds meer aanwijzingen dat de communicatie tweerichtingsverkeer is en dat het lichaam ook invloed kan uitoefen op de hersenen. De theorie achter lichaamsgerichte therapie is dus dat lichaamsgerichte therapie een positief effect heeft op de hersenen wat daarmee weer zorgt voor een voordeel op de geestelijke gezondheid. De communicatie tussen lichaam en hersenen vindt waarschijnlijk plaats door drie routes: door het autonome zenuwstelsel, via hormonen en via het immuunsysteem.
In dit verslag willen de onderzoekers laten zien dat er tussen de hersenen en het lichaam communicatie is door meerdere soorten lichaamsgerichte therapie toe te passen, met als doel de effectiviteit op geestelijk welbevinden aan te tonen. Om vast te stellen of er wetenschappelijk bewijs was of verschillende lichaamsgerichte interventies psychologische voordelen teweegbrengen, zijn de therapieën ingedeeld op basis van drie kenmerken. Zie hier voor diagram figuur 1B. De 1e indeling is op basis van beweging of geen beweging, de 2e op basis van wie de therapie toedient, zelf of door een ander en de 3e indeling is op basis van aanraking of geen aanraking.
Het eerste element, onderscheid tussen beweging of geen beweging kunnen maken, is belangrijk voor artsen die op zoek zijn naar lichaamsgerichte therapie. Vervolgens werd er een onderscheid gemaakt met toediening door de patiënt zelf of door iemand anders. Dit is gedaan omdat er verschillende neurologische effecten zijn bij activiteit en passiviteit. Met de derde indeling werd er rekening mee gehouden dat er groepen zijn die niet aangeraakt willen worden, bijvoorbeeld door een traumatische gebeurtenis, waardoor ze een afkeer van aanraking hebben.
Lichaamsgerichte therapie zonder beweging; massagetherapie (MT) aanrakend
MT is een manipulatie van zacht weefsel wat het welzijn bevordert. Er is aangetoond dat het werkt tegen diverse lichamelijke en geestelijke klachten, effectief van pasgeborenen tot ouderen. Er is aangetoond dat bij bepaalde stoornissen het welzijn wordt verhoogd (zoals astma, fibromyalgie, depressie). Ook kan MT de pijn na letsel of een operatie verlichten. MT werkt aan twee zijden: lichamelijk en geestelijk welzijn. Dit komt omdat in de hersenen dezelfde neurotransmitters betrokken zijn bij emotionele gebeurtenissen – zoals sociale afwijzing – als bij fysieke pijn en bijna dezelfde hersengebieden geactiveerd worden. In het onderzoek naar deze bevinding zijn de proefpersonen verdeeld in twee groepen. Bij de ene groep werden sociale ‘pijnprikkels’ toegediend bij de andere groep fysieke. De hersenen bleken niet te onderscheiden waar de pijn vandaan komt en of die lichamelijk of geestelijk is. Sociale pijn komt boven bij het herbeleven van een gebeurtenis. De overlap die bij MT wordt bereikt komt doordat de hersenen de emotionele als fysieke pijn waarnemen. Door MT wordt dubbel gewerkt aan beide vlakken en zorgt zo voor verlichting van mentale als fysieke klachten.
Massagetherapie voor zuigelingen
MT is ook goed voor baby’s en ouderen. Voor baby’s is uit onderzoek gebleken dat het welzijn snel vooruitgaat. Premature baby’s hadden een nog groter voordeel: toename van groei, beter slapen, vermindering van stress. MT heeft bij zuigelingen een goed en groot effect. Voor oudere kinderen kan MT aanvullend gebruikt worden bij bepaalde chronische afwijkingen. Kinderen met ADHD en autisme vertoonden minder angst en hadden een lagere cortisolspiegel. Hierdoor waren ze positiever gestemd en werd hun aandacht beter. Bij kinderen met astma werd een vermindering van cortisol en angst waargenomen, maar ook een toename van de longfunctie door MT. Verder is er onderzocht wat MT doet bij ouderen in een verzorgingsinstelling. Hieruit is gebleken dat handmassage de agressie bij de bewoners sterker verminderde dan muziektherapie. Het verhoogt ook het welzijn en vermindert stress.
Mechanisme
Mogelijk wordt door MT en de druk die daarbij gebruikt wordt het parasympatische systeem gestimuleerd. De stimulatie van de nervus vagus zorgt ervoor dat er meer rust gemeten wordt in meerdere gebieden die deze zenuw aandoet. Deze zenuw heeft invloed op het mentale welzijn. MT zorgt dus mogelijk voor een verlichting van activiteit van het autonome zenuwstel. MT wordt in verband gebracht met toename van serotonine door aanraking. Ook wordt er beweerd dat door MT endorfine vrijkomt, waardoor pijn vermindert en het welzijn bevorderd wordt. MT wordt ook gebruikt bij het herstelproces van volwassenen die seksueel misbruik hebben meegemaakt in hun jeugd, wat zich op volwassen leeftijd kan uiten in het niet prettig vinden om aangeraakt te worden. Door gebruik van MT kan emotionele en somatische ervaring meer bewustwording geven aan de persoon die deze ervaring heeft meegemaakt. Door MT worden stress en depressie verminderd. Na een test van een maand werd er minder cortisol in de urine gemeten zelfs bij aanhoudende stress in het leven. Onderzoek laat zien dat de kracht van MT mogelijk zit in de verlaging van Cortisol en verhoging van serotonine, wat leidt tot meer welbevinden. Echter is er meer onderzoek nodig naar waar en hoe lang de therapie toegediend moet worden om het effect goed te kunnen meten en naar hoe MT samengaat met reguliere zorg.
OT is een manier om spanning te verminderen zonder gebruik te maken van externe middelen. Er worden bepaalde technieken aangeleerd. OT legt de nadruk op bewust worden van dagelijkse aanwezigheid van spanningen en stress en geeft handvatten om hiermee om te gaan. Onderzoeken geven te weinig bewijs dat OT anders is dan andere therapieën. Bovendien wordt er ademhalingstechniek gebruikt wat op zichzelf al de uitkomst kan beïnvloeden. OT heeft effect bij spanningsgerateerde klachten. Voor preciezer onderzoek naar de werking van OT moet er een grotere groep getest worden om effect van psychische klachten te onderzoeken.
Acupunctuur (AC)
Bij deze Chinese geneeswijze worden fijne naaldjes ingebracht op specifieke plekken. Er zijn aanwijzingen dat het pijnstillend werkt. Experimenten tonen aan dat 50/ 70% van de proefpersonen afname van chronische pijn ervaart. AC heeft goede resultaten op psychische ziektebeelden. Dit is ook door een meta onderzoek bewezen. Er is verder onderzoek nodig om effecten van AC op sommige afwijkingen verder te onderzoeken. AC kan ook voor een placebo-effect zorgen. Dit is in een paar studies onderzocht. Letterlijk zal er meer onderzoek gedaan moeten worden met minder storende factoren die het onderzoek kunnen beïnvloeden om meer mensen te kunnen laten profteren van deze oude techniek.
Reflexologie (RF)
Techniek waarbij druk op specifieke drukpunten/ reflexpunten gezet wordt die corresponderen met organen in het lichaam. Er is minder wetenschappelijk bewijs dat deze techniek meer voordelen heeft dan acupunctuur. Sommige studies geven aan dat RF bij kankerpatiënten de pijn vermindert. RF wordt gezien als preventief zelf toedien baar. Er is ook weinig bewijs dat RF langdurig/ helend werkt.
Dans-/Bewegingstherapie (BT)
Deze creatieve therapie wordt gebruikt in een psychotherapeutische context, bij cliënten met meerdere cognitieve en fysieke klachten. Klinisch en subklinisch onderzoek naar BT toont aan dat het psychische welzijn verbetert door deze therapie. Door BT wordt de aanmaak van serotonine bevorderd en de afname van dopamine, wat voor een afname van depressieve klachten zorgt. Ook wordt er gesuggereerd dat de combinatie van emotie, cognities en beweging leidt tot verwerking van traumatische ervaringen. Onderzoek heeft aangetoond dat BT bijzonder effectief is, een positieve werking heeft en het welzijn bevordert.
Emotional Freedom technique (EFT)
EFT is ontstaan door zelf drukpunten aan te tikken op acupunctuurpunten om ongewenste gevoelens en stress te verminderen. EFT vermindert significant klachten zoals Posttraumatische stress stoornis (PTSS). Uit onderzoek is gebleken dat EFT op langere termijn positieve effecten heeft. De methode zelf – ‘tikken’ op specifieke acupunctuurmeridianen of tikken op andere delen van het lichaam – bleken ook effectief tegen psychische stoornissen. Er zijn meer studies nodig om te beoordelen of EFT ook gebruikt kan worden bij andere psychische stoornissen.
Tai-Chi (TC)
Komt uit China en is een combinatie van beweging en meditatie. Meta onderzoek liet zien dat bij ouderen het psychische welzijn verbeterd wordt door TC. Ook uit onderzoeken in andere westerse landen is gebleken dat TC vermindering van stress opleverde. TC heeft effect op psychologische aandoeningen. Er is meer onderzoek nodig om te meten of het ook werkt bij andere aandoeningen.
Yoga
Is een combinatie van veel disciplines, zowel fysiek, mentaal als spiritueel. Het wordt gebruikt als alternatieve therapie. Er moet wel meer onderzoek gedaan worden naar de werking van Yoga op langere termijn. Onderzoeken naar de werking van yoga bij patiënten met schizofrenie bleken hoopvol, maar er is ook een waarschuwing over hoe de werking op langer termijn is. Bij andere onderzoeken is gebleken dat Yoga vergeleken kan worden met sport. Er bleken matige verandering op te treden. Er is meer onderzoek nodig naar de werking van Yoga. * Doordat er bij Yoga mediatie en lichaamsbeweging gebruikt wordt kan dit het test beeld bij schizofreniepatiënten vertekend hebben. Er moet nader onderzocht worden gedaan naar de vraag of alleen meditatie of lichaamsbeweging net zo effectief zou zijn.
Basistherapie voor lichaamsbewustzijn (BBAT)
BBAT is een therapie die veelal gebruikt wordt in Scandinavische landen en een holistische aanpak benadrukt. De therapie houdt in dat de patiënt de algehele balans en het bewustzijn van het lichaam verbetert door middel van aarden, ademhalingsoefeningen, massage en beweging. Uit onderzoek is gebleken dat deze techniek helpt bij zowel psychische klachten als bij fysieke klachten. Ook is er een studie gedaan bij psychiatrische patiënten in een kliniek, waarbij aanwijsbare verbeteringen zijn waargenomen van symptomen. Er is meer onderzoek nodig naar wanneer BBAT het beste werkt, in groepsvorm of bij individuele therapie.
Bevindingen
De onderzoeken gaan over lichaamsgerichte therapie bij psychologische aandoeningen. Bij de meeste therapieën die besproken zijn is bewijs gevonden van effectiviteit door de vele meta-analyses die er zijn. Er is bewijs dat massagetherapie effectief is op alle leeftijden en psychopathologische symptomen verminderen. Therapie met minder bewijs zijn Rolfing en Reflexologie. Hier is minder onderzoek naar gedaan en er zijn ook geen meta-analyses beschikbaar.
Alom samenvattend: psychopathologische klachten kunnen beïnvloed worden door lichaamsgerichte therapie. Er zijn drie mechanismen: het autonome systeem, het endocriene systeem en het immuunsysteem, waardoor psychopathologische aandoeningen verminderd kunnen worden. Wel is het van belang dat zowel de aandoening als de interventie via één van deze drie mechanismen werkt, anders wordt van de therapie geen effectieve werking verwacht.
Mogelijke mechanismen hoe lichaamsgerichte therapie psychopathologie kan verbeteren
Type: aanrakend, door anderen toedienend is het meest werkzaam.
Type: zelf toedienend, daarbij wordt de effectiviteit mogelijk mede verklaard door onderliggende mechanismen, zoals het trainen van aandacht en cognitie. Hierdoor kan mogelijk een verfijning in emotionele regulatie plaatsvinden. Belangrijk is dat lichaam en geest in een goede balans zijn en een goede verbinding hebben met elkaar. Wanneer dit niet zo is kunnen klachten ontstaan, wat later pathologische klachten kan opleveren.
Om aan te tonen dat bepaalde groepen kunnen profiteren van lichaamsgerichte therapie als aanvulling op bestaande therapie is meer onderzoek nodig. Dat is nodig om reguliere therapie met complementaire therapie te combineren. Omdat de complementaire zorg nog als alternatief gezien wordt, is er meer wetenschappelijk onderzoek nodig om bewijs te leveren dat deze therapie vormen als regulier aangemerkt kunnen worden. Samenvattend zijn lichaamsgerichte therapieën een veelbelovend middel om lichamelijke- en geestelijke klachten te verlichten of te verhelpen. Ook hier is meer onderzoek nodig om precies te kunnen duiden hoe het lichaam de geest kan sturen en andersom.
Over dit artikel en over de schrijver
Dit artikel is geschreven door Niels Brouwer, student van de Opleiding Massagetherapeut. Het is een verslag van onderzoek naar lichaamsgerichte interventies voor psychologische aandoeningen.
Auteurs: Mary S Tarsha, Sohee Park, Suzi Tortra.
Instituut: Kroc institute voor international Peace studies, University of Notre Dame, IN, Verenigde staten
Datum onderzoek: 08 januari 2019
Publicatie: Frontiers in psychology, jaargang: 2020/ volume 10/ nummer 2907/ pagina 1 t/m 14
Niels is geïnteresseerd geraakt door het samenwerken van lichaamsgericht werk (massage) met de samenwerking van het brein. Samen met zijn vriendin Drs. Marjolein Koeman psycholoog bij Vitaal-welzijn is hij bezig met het aanbieden van lichaamsgerichte therapie in combinatie met gesprekken. Hij is geïnteresseerd in wat dit onderzoek inhoudt en is zich hier verder in het verdiepen.
“Laat ik het in weinig worden samenvatten: in dit onderzoek wordt toch wel bewezen dat een holistische benadering heel goed werkt en past in de maatschappij waar wij in leven.” Aldus Niels Brouwer: “Aanraking kan genezen, zo lees ik mijn artikel. Er zijn aanwijzingen dat de hersenen niet alleen het lichaam aansturen, maar dat het bi directioneel is dat het lichaam door aanraking de hersenen positief beïnvloedt. Door massages aan te bieden die klachtgericht zijn of ontspannend van aard zijn help ik mensen beter worden of zich beter te laten voelen. Dat is voor mij een belangrijke reden om mijn beroep hiervan te maken. Geen pillen of andere troep. Good old massage – Het is al zo oud als weg naar Rome en toen heeft het haar kracht al bewezen. Concreet betekent dit dat ik door het artikel nog meer overtuigd ben van de heilzame werking van massages op lichaam en brein, waardoor ik met nog meer enthousiasme mijn vak uitoefen.”
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Dienst Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.